In vorige editie informeerden wij u over de mogelijkheid om in 2017 € 100.000 belastingvrij te schenken. In deze editie zetten wij graag de overige belangrijke fiscale wijzigingen voor particulieren in 2017 op een rij.
Box 3 gewijzigd
Per 1 januari 2017 is de belastingheffing in box 3 gewijzigd. Sinds 2001 was de effectieve heffing 1,2% over uw vermogen in box 3. Dit is gebaseerd op een heffing van 30% over een forfaitair rendement van 4%. De laatste tijd was er veel kritiek op het uitgangspunt dat 4% rendement gemaakt kan worden. Op dit moment lopen er nog rechtszaken tegen dit uitgangspunt.
Per 2017 is dit uitgangspunt verlaten en heeft het plaatsgemaakt voor een systeem met een drietal vermogensschijven. Hoe groter uw vermogen, hoe hoger het forfaitaire rendement. Deze forfaitaire rendementen zijn afhankelijk van de gemiddelde rendementen van verschillende vermogensbestanddelen (zoals spaartegoeden, aandelen, obligaties en vastgoed). De forfaitaire rendementen worden hoger naarmate het vermogen groter wordt, omdat is aangenomen dat bij grotere vermogens een groter deel in risicovollere vermogensbestanddelen wordt belegd en daardoor een hoger rendement wordt behaald. Voor 2017 zijn de volgende forfaitaire rendementen vastgesteld:
Omvang vermogen Forfaitair rendement
€ 0 - € 25.000 Vrijgesteld
€ 25.000 - € 100.000 2.87%
€ 100.000 - € 1.000.000 4.60%
Boven € 1.000.000 5.39%
Belangrijkste fiscale wijzigingen 2017
Voor fiscale partners geldt dat ieder gebruik kan maken van het vrijgesteld vermogen en de verschillende tariefschijven. Een voorbeeld ter verduidelijking. Indien een echtpaar een vermogen heeft van € 3,0 miljoen kan bij ieder € 1,5 miljoen in aanmerking worden genomen. Dit betekent dat tweemaal € 25.000 is vrijgesteld, tweemaal € 75.000 tegen 2,87% in aanmerking wordt genomen, tweemaal € 900.000 tegen 4,6% en tweemaal € 500.000 tegen 5,39%. Het totale box 3-inkomen van dit echtpaar komt daarmee te liggen op € 141.005. Dit wordt belast tegen 30%, zodat zij € 42.301 aan inkomstenbelasting in box 3 verschuldigd zijn. Dat is met een effectief tarief van 1,41% dus hoger dan de 1,2% uit 2016. Overigens blijft de drempel om schulden in aanmerking te nemen liggen op € 3.000 per persoon.
Pensioen in eigen beheer
Hoewel de stemming over dit wetsvoorstel op het nippertje is uitgesteld, blijft het de bedoeling om het pensioen in eigen beheer (PEB) per 1 januari 2017 uit te faseren. Vanaf 2017 is (verdere) opbouw van een dergelijke pensioenvoorziening voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA) dan niet meer mogelijk.
Er resteren een drietal opties. De eerste optie is de opbouw van het PEB stop te zetten, maar de voorziening te handhaven. In dat geval mag de voorziening nog wel jaarlijks opgerent en geïndexeerd worden. In veel gevallen zal dit niet de meest gunstige optie zijn. In de twee alternatieven mag als eerste stap het verschil tussen commerciële waarde en de fiscale waarde van de pensioenvoorziening belastingvrij afgestempeld worden. Vervolgens moet worden gekozen om de fiscale voorziening af te kopen óf om te zetten in een zogenoemde spaarvariant oudedagsverplichting (ODV). Bij afkopen wordt de fiscale voorziening als box 1 inkomen bij de DGA aangemerkt.
Afkopen kan alleen in 2017, 2018 en 2019, waarbij een korting op de verschuldigde inkomstenbelasting van respectievelijk 34,5%, 25% en 19,5% wordt gegeven op de fiscale voorziening ultimo 2015 en geen revisierente (20%) verschuldigd is. Dit betekent dat het normale maximale tarief van 52% wordt verlaagd tot ongeveer 34% in 2017. Bij de ODV geldt dat de fiscale voorziening wordt omgezet in verplichting om dit saldo in ten minste 20 jaar gelijkmatig uit te keren vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd. De ODV mag jaarlijks worden opgerent met het U-rendement. Overigens is het voorgaande ook mogelijk bij reeds ingegane pensioenen, bij stopgezette pensioenopbouw en ingegane partner- en wezenpensioenen. Bij ingegane pensioenen geldt voor de ODV dat de 20 jaar kan worden verminderd met het aantal jaren dat de AOW-gerechtigde leeftijd reeds is gepasseerd.
Bij de uitwerking zijn er verschillende aandachtspunten. Zo moet u en uw (ex-)partner(s) een formulier tekenen waaruit instemming met de afkoop of omzetting in een ODV blijkt. Ook zal de opbouw van het PEB moeten worden gestopt (hiervoor is gelegenheid tot 1 april 2017). Er komt nog een aanvulling op dit wetsvoorstel om enkele onbedoelde effecten te repareren. Dat is de reden dat de stemming over het wetsvoorstel is uitgesteld. Onze verwachting is dat het wetsvoorstel niet wezenlijk zal worden gewijzigd. Wij raden daarom aan om u te oriënteren op uw mogelijkheden, als u dat nog niet gedaan heeft.
Tot slot
Mocht u vragen hebben, dan kunt u uiteraard contact met ons opnemen.
Martijn van der Kroon
M: +31 6 115 10 385
E: martijn.vanderkroon@cb-more.com