Sinds de monetaire verruimingsprogramma’s hun intrede hebben gedaan zien we dat dit een enorme impact heeft op de valuta wisselkoersen. De Dollar is versus de Euro al 13% gestegen in 2015. Dit komt met name door de verschillende stadia waarin de economie van Amerika en Europa zich bevinden. We zien in Amerika een sterke economische groei en in Europa staan we aan het begin staan van economisch herstel.
Terwijl de FED binnenkort de rente sinds lange tijd gaat verhogen (op zijn vroegst eind 2015), is de ECB nét gestart met het eerste QE monetaire verruimingsprogramma waarbij de rente nog langere tijd laag zal blijven. Tevens is de marktrente op Amerikaanse staatsobligaties hoger dan die in de Eurozone. De FED is gestopt en de ECB is nét gestart met het QE koopprogramma van staatsleningen waardoor de marktrente op de Europese staatsobligaties lager is. Dit werkt een verschuiving van kapitaal vanuit de Euro naar de Dollar nog verder in de hand, en maakt de Dollar dus sterker.
Concurrentiepositie
Aan de andere kant werkt dit ook weer positief voor Europa. Immers, een lagere Euro betekent een betere concurrentiepositie voor veel Europese bedrijven en de export neemt hierdoor sterk toe. Het bewijs hiervan zien we nu al bij de kwartaalcijfers. De lage Euro, lage olieprijzen en de lage rente zullen een economisch herstel in de Eurozone versnellen.
Er zitten ook nadelen aan een duurdere dollar voor de Europese consument. Prijzen van internationaal verhandelde producten en grondstoffen worden in dollars uitgedrukt. Dit betekent dat voedingsproducten aanzienlijk duurder kunnen worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan mais waarvan de koers sinds oktober 2014 al ongeveer 25% is toegenomen. Ook de prijzen van textiel zijn bijvoorbeeld in Nederland dit jaar met 10% gestegen.