Als u bij ons vermogensbeheer wilt afnemen, dan stellen wij samen met u een risicoprofiel op. Om dat te kunnen doen, hebben we bepaalde informatie van u nodig over onder meer uw risicobereidheid en beleggingshorizon. Op basis van uw risicoprofiel en ons beleggingsbeleid, stellen wij vervolgens de optimale beleggingsmix samen die passend is bij uw situatie. Daarmee bereikt u een balans tussen het verwachte risico en het verwachte rendement. Bij het opstellen van het risicoprofiel willen wij ook weten of u duurzaamheidsvoorkeuren heeft en zo ja, welke dat zijn. Bij de invulling van uw beleggingen dient daar zoveel mogelijk rekening mee gehouden te worden. Uw duurzaamheidsvoorkeuren mogen echter niet uw optimale beleggingsmix negatief beïnvloeden, het opstelde risicoprofiel is namelijk leidend bij het invullen van uw beleggingen.
Voordat u onze vragen over uw duurzaamheidsvoorkeuren beantwoordt geven we u eerst informatie over de begrippen die gebruikt worden als het gaat om duurzaamheid. Het is van belang dat u deze informatie goed leest voordat u uw duurzaamheidsvoorkeuren bij ons aangeeft.
ESG
Vaak als wordt gesproken over duurzaamheid, dan wordt de afkorting ESG gebruikt. Dit staat voor Environmental, Social en Governance.
- Environmental (E) staat voor milieu. Denk hierbij bijvoorbeeld aan klimaatverandering, CO2-uitstoot, afvalverwerking en watergebruik.
- Social (S) staat voor maatschappij. Denk hierbij bijvoorbeeld aan werkomstandigheden, mensenrechten en toegang tot zorg.
- Governance (G) staat voor ondernemingsbestuur. Dit gaat over zaken als diversiteit in het bestuur, beloningsbeleid, naleving wet- en regelgeving en aandeelhoudersbescherming.
Duurzaamheidsvoorkeuren
De duurzaamheidsvoorkeuren worden ingevuld aan de hand van uw voorkeuren voor drie type beleggingen:
- Ecologische duurzame belegging – dit zijn beleggingen in bedrijven die helpen bij het tegengaan van klimaatverandering en voldoen aan door de wetgever vastgestelde strenge criteria;
- Duurzame belegging – dit zijn beleggingen in bedrijven die helpen bij het bereiken van een milieudoelstelling of een sociale doelstelling waarbij het bedrijf praktijken van goed ondernemingsbestuur (zoals integer gedrag, hoog niveau van transparantie en verantwoording) volgt;
- Belegging die negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren meeweegt.
Het onderscheid tussen die drie type beleggingen, leggen we hieronder verder aan u toe. Het onderscheid geldt overigens zowel voor directe beleggingen in bedrijven als indirecte beleggingen (via beleggingsfondsen).
1. Ecologisch duurzame belegging
Dit zijn beleggingen in bedrijven die helpen bij het tegengaan van klimaatverandering of het beperken van de gevolgen ervan. Of een bedrijf ecologisch duurzame activiteiten heeft, wordt bepaald door de EU-Taxonomiewetgeving. Dit is een Europees regelgevend classificatiesysteem dat vaststelt of een belegging wel of niet bijdraagt aan een beter milieu. De EU-Taxonomie heeft verschillende strenge criteria vastgesteld waar een onderdeel of productielijn van een bedrijf aan moet voldoen om als ‘ecologisch duurzaam’ te mogen worden aangemerkt. Op het moment dat een bedrijf aan de eisen van de EU-Taxonomie kan voldoen mag een belegging in dat bedrijf meetellen als een ecologische duurzame belegging.
Een voorbeeld: een windmolenpark bouwen in een beschermd natuurgebied draagt bij aan het oplossen van het klimaatprobleem. Maar het veroorzaakt ook schade aan de natuur en zal dus niet alle eisen van de EU Taxonomie voldoen. Dit windmolenpark zal om die reden niet classificeren als ‘ecologisch duurzaam’.
Een ander voorbeeld: een kledingmerk, bijvoorbeeld Adidas, maakt in één van haar productielijnen uitsluitend gebruik van gerecycled plastic. We nemen aan dat deze productielijn (economische activiteit) volledig voldoet aan alle strenge Taxonomievereisten. Naast deze productielijn kent Adidas nog andere bedrijfsonderdelen die niet aan de Taxonomiecriteria voldoen. Een belegging in een aandeel Adidas zal daardoor gedeeltelijk worden beschouwd als ‘ecologisch duurzaam’.
2. Duurzame belegging
Het begrip duurzame belegging wordt beschreven in de SFDR-regelgeving (Sustainable Finance Disclosure Regulation). Dit is Europese regelgeving die voorschrijft hoe financiële instellingen beleggers moeten informeren over duurzaamheid. Een belegging kan slechts duurzaam worden genoemd, als het een concrete doelstelling nastreeft op het gebied van milieu (E) of maatschappij (S) en ook wordt voldaan aan goed ondernemingsbestuur ook wel good governance (G). Ook hier geldt dat met het bijdragen aan bijvoorbeeld een milieudoelstelling geen schade mag worden aangericht aan andere E en S doelstellingen. Een voorbeeld. Als het windmolenpark wordt gebouwd door arbeiders die onder slechte arbeidsomstandigheden moeten werken en leven dan zal de belegging niet als duurzaam kunnen meetellen.
3. Belegging die negatieve gevolgen op duurzaamheidsfactoren meeweegt
Dit zijn beleggingen waarbij rekening wordt gehouden met de belangrijkste nadelige effecten op duurzaamheidsfactoren. Duurzaamheidsfactoren hebben betrekking op een breed scala aan ecologische-, sociale- en werkgelegenheidszaken. Denk bijvoorbeeld aan de eerbiediging van mensenrechten of het behoud van de biodiversiteit. Deze belangrijkste nadelige effecten worden ook wel de Principal Adverse Impacts (of afgekort: PAIs) genoemd. Elk bedrijf heeft een impact op het milieu (E) en de maatschappij (S). Deze impact kan positief of negatief zijn.
Een voorbeeld: een olieconcern dat opnieuw investeert in fossiele brandstof. Het nadelige gevolg of ook wel negatieve effect van een belegging in dit bedrijf is een verhoogde CO2-uitstoot. Zou het olieconcern investeren in een windmolenpark in plaats van fossiele brandstof dan zou de negatieve impact van de belegging op het milieu lager uitpakken. Het meewegen van dergelijke negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren gebeurt veelal kwalitatief, bijvoorbeeld door uitsluiting of door engagement. Uitsluiting betekent dat (groepen) bedrijven worden uitgesloten van belegging op basis van duurzaamheidskarakteristieken, bijvoorbeeld beleggingen in tabak, wapens of bont. Engagement wordt gezien als een langdurige actieve dialoog tussen beleggers en het bedrijf waarin wordt belegd. Deze actieve dialoog biedt beleggers de mogelijkheid om de mogelijke duurzaamheidsrisico’s en -kansen te bespreken met deze bedrijven. Dit kan plaatsvinden in samenwerkingsverband, om zo meer impact te maken. Voorbeelden hiervan zijn: Eumedion en Climate Action 100+.
Het is ook mogelijk om de PAI op een kwantitatieve manier mee te nemen. In dat geval wordt gebruik gemaakt van zogenaamde PAI-indicatoren. Een PAI-indicator berekent de impact van een belegging op de milieu-, sociale en governance (ESG)-factoren. Denk aan CO2-uitstoot, blootstelling aan fossiele brandstoffen, water en afval (E), zorgvuldigheid op gebied van mensenrechten of genderdiversiteit (S), blootstelling aan corruptie, omkoping of andere schandalen (G).
Beantwoording vragen duurzaamheidsvoorkeuren Na deze uitleg over duurzaamheidsvoorkeuren dient u voor uzelf na te gaan of u een voorkeur heeft in het beleggen in een of meerdere van deze type beleggingen.
Mocht u een voorkeur hebben, dan dient u eveneens na te denken over het gedeelte van uw portefeuille dat u op die manier wilt beleggen.
Uw duurzaamheidsvoorkeuren kunt u in het formulier aangeven.
Vervolgstappen
Nadat we uw duurzaamheidsvoorkeuren in kaart hebben gebracht, bekijken we in hoeverre ons vermogensbeheerproduct passend is bij uw wensen.
Geen geschikt productaanbod?
Bij het selecteren van de beleggingen dient er zo goed mogelijk rekening gehouden te worden met de door u aangegeven duurzaamheidsvoorkeuren. Toch is het mogelijk dat niet aan al uw voorkeuren wordt voldaan. Daar kunnen meerdere redenen voor zijn.
Zo werken wij vanuit een kostenoogpunt met een aantal standaardproposities. Daar kunnen we nog niet met alle mogelijke (combinaties van) duurzaamheidsvoorkeuren rekening houden. Verder is op dit moment nog niet van alle beleggingen duidelijk of en hoe ze invulling geven aan duurzaamheidskenmerken. Als gevolg van dit gebrek aan beschikbare data is het voor ons (nog) niet mogelijk om volledig invulling te geven aan bepaalde duurzaamheidsvoorkeuren en classificeert Helliot Vermogensbeheer zich onder SFDR artikel 6 als grijze beleggingsonderneming. We verwachten dat in de komende jaren steeds meer informatie over duurzaamheid beschikbaar komt.
Een voorbeeld:
Zoals hiervoor beschreven, moet een ecologisch duurzame belegging volgens de EU-Taxonomie aan een aantal verplichte criteria voldoen. Om vast te kunnen stellen of een bedrijf hieraan voldoet, moet het bedrijf daarover informatie verstrekken. Deze informatie wordt op dit moment nog maar zeer beperkt vastgesteld en gedeeld door bedrijven. Hierdoor kunnen wij (en ook andere vermogensbeheerders) nu nog niet altijd kunnen vaststellen of een belegging daadwerkelijk ecologisch duurzaam is.
Als we niet direct een geschikt product voor u kunnen selecteren, dan gaan we daarover graag met u in gesprek. We laten u graag zien wat we u wél kunnen aanbieden, zo goed mogelijk aansluitend bij uw duurzaamheidsvoorkeuren. U zou dan uw duurzaamheidsvoorkeuren kunnen aanpassen. Een conclusie kan ook zijn dat we nog geen geschikte oplossing voor u hebben en we u op dit moment niet van dienst kunnen zijn.
Geen duurzaamheidsvoorkeuren?
Heeft u geen specifieke wensen of behoeften op het gebied van duurzaamheid? Of weet u het op dit moment nog niet? Geen probleem. Wij richten uw portefeuille in op basis van uw risicoprofiel, en lichten toe in welke mate we rekening houden met ESG-kenmerken bij het samenstellen van uw portefeuille.