Toch is er in Europa en in Nederland weinig inflatie. Hoe kan dit nu?
De economie de laatste jaren doet het prima. Gestaag maar zeker nemen de salarissen ook toe. Gelukkig maar, want de kosten zijn ook behoorlijk toegenomen. Althans, zo ervaren de meeste mensen het. Echter volgens de ECB en andere officiële instanties kennen we in Europa al jaren een magere geldontwaarding, oftewel inflatie. Sinds 2013 varieert deze in de Eurozone tussen 0 en 2% en in Nederland tussen 0 en 2,7%. Vaker noteert de consumentenprijsindex, die in ons land gezien wordt als de belangrijkste bepaler van de officiële inflatie dichter bij 0 dan bij 2,7%. Toch komen deze cijfers bepaalt niet overeen met onze perceptie van de prijsontwikkeling. De inflatie ontwikkeling is belangrijk, want een groot deel van het verruimende beleid van de ECB wordt erop gebaseerd. Het is min of meer de reden, dat de rente op spaarrekeningen momenteel nul is.
Wat zit wel en niet in de CPI, consumentenprijsindex?
Het CPI geeft de gemiddelde prijsstijging aan van een pakket goederen en diensten dat door een bepaalde groep mensen gekocht wordt. Wat niet in de CPI zit, zijn onder meer de volgende zaken: Inkomen of vermogensbelasting, het eigen risico van de zorgverzekering, aankopen van tweedehands goederen (zoals tweedehands auto’s), aankoop van woningen en daarmee samenhangende kosten (zoals gemeentelijke belastingen) en levensverzekeringen.
Met betrekking tot de verdeling binnen de CPI wordt onder meer 26% toegewezen aan alle huisvestigingskosten (inclusief gas, water, elektriciteit en andere brandstoffen), 20% aan eten & drinken, 12% aan vervoer, 10% aan onderwijs, 3% aan communicatie (smartphone, internet, laptop), 3% aan zorg, 2% aan BTW.
Opvallend in de CPI
De prijsindex gaat uit van huurwoningen, niet van koopwoningen, terwijl de verhouding huur-koopwoning op 43% – 57% ligt. Gemeentelijke belastingen zijn gekoppeld aan de WOZ-waarde van een koopwoning. Zowel het percentage gemeentelijke belastingen als de gemiddelde WOZ waarde zijn de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. Dit werkt niet door in het CPI. Daarnaast is het de vraag of vanwege de sterk gestegen huizenprijzen en energiekosten of 26% van alle uitgaven nog steeds een juiste afspiegeling is.
- 3% aan berekende zorgkosten betekent voor een gezin met een netto inkomen van EUR 50.000 circa EUR 1500 aan totale zorgkosten. Dit lijkt nogal bescheiden zijn. Zeker, omdat we weten dat sinds 1990 de gemiddelde zorgkosten jaarlijks met 3% stijgen, netto...
- 10% uitgaven aan onderwijs lijkt daarentegen voor de meeste Nederlanders aan de hoge kant.
- Wellicht zou een deel van dit percentage naar communicatie moeten gaan, want 3% van een budget voor uitgaven op gebied van internet, smartphone, laptop,tablet, gaming en software-abonnementen zorgt waarschijnlijk niet voor state-of-the-art apparatuur.
- Tenslotte lijkt 2% consumptiegebonden belastingen oftewel BTW, eerder bij Monaco te horen dan bij ons koninkrijk.
Technologische vooruitgang wordt doorberekend in de inflatie.
In zowel de Nederlandse als de Europese prijsindex worden technologische verbeteringen gebruikt om de index te verlagen. Hierbij wordt als argument gebruikt dat wanneer de consument een nieuw product koopt dat meer kan voor dezelfde prijs, dit voordeel teruggevonden moet worden in een lagere prijsindex. Als tegenargument zou je kunnen stellen, dat de consument hetzelfde bedrag kwijt is en in de praktijk bij innovaties als bijvoorbeeld de smartphone juist een grotere uitgave doet dan ten tijde van de robuuste Nokia mobieltjes, die wel inklapbaar waren, maar je niet naar nu.nl kon touchscreenen.
Het CBS is aan het aanpassen
De samensteller van de CPI heeft waarschijnlijk de zwakke punten ook herkent. Sinds kort kijkt het CBS voor het vaststellen van in de inflatie naast de CPI ook naar andere prijsontwikkelingen in Nederland als de huizenmarkt en de producentenprijzen. Dit geldt nog niet voor het Europese inflatiecijfer dat bepaald wordt door de zogenaamde HICP (Europese consumentenprijsindex). Het is in dit kader ook opvallend, dat de Inflatie in Nederland 2,7% bedroeg ten opzichte van 0,8% in Europa (september 2019). Opmerkelijk, zelfs indien rekening wordt gehouden met de lage BTW verhoging in Nederland dit jaar. Het CBS vermeldt op haar site, dat inflatie-berekeningen in Nederland met grote belangstelling wordt gevolgd in het buitenland en dat ons land vaak vooroploopt in dit kader.
Mogelijke conclusie
Kijkend naar de samenstelling van de inflatie-index en zaken die niet worden meegenomen, dan lijkt de perceptie van de meeste Nederlanders, en waarschijnlijk ook van de meeste Europeanen, ten aanzien van een grotere kostenstijging dan 1,5 a 2% jaar in jaar uit nog niet zo gek. Wat zou er gebeuren met het beleid van de ECB als Christine Lagarde (de nieuwe centrale bank chef) de perceptie van Europese burger gaat delen?
Michael Broeders
Partner Helliot Vermogensbeheer