Banken die hun geld bij de ECB stallen, moeten daarvoor rente betalen. Dit is een ‘negatieve rente’. Ook op kortlopende Nederlandse staatsobligaties moeten beleggers inmiddels geld toeleggen. Welke gevolgen heeft een negatieve rente voor u?
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft enkele maanden geleden een negatieve rente ingevoerd over tegoeden die banken daar aanhouden. Ondertussen sijpelt dit door naar de rest van de financiële markt. De rente waartegen Europese banken elkaar leningen verstrekken – het zogeheten Euribortarief – is inmiddels ook negatief. En vorige maand heeft de Nederlandse staat een kortlopende lening tegen een negatieve rente geveild. Houders van deze staatsobligatie leggen dus geld toe op hun belegging.
Ook bedrijven en consumenten merken de gevolgen van het ECB-beleid. In Duitsland moeten grote ondernemingen al betalen als ze hun geld korte tijd bij de bank stallen. In Nederland is het (nog) niet zo ver, maar wel zijn de spaarrentes heel laag. Banken kunnen namelijk gratis geld van de ECB krijgen, waardoor het spaargeld van hun klanten minder aantrekkelijk wordt. Sterker nog: geld bewaren kost de banken alleen maar geld.
Vermogensbehoud
Geld toeleggen op een obligatie is ongebruikelijk. Maar Léon Cornelissen, chief economist bij Robeco, begrijpt wel waarom sommige beleggers hiertoe bereid zijn. “De Nederlandse staat geldt als een prima debiteur. Je kunt je geld daar veilig wegzetten. In ruil voor vermogensbehoud nemen beleggers een klein verlies op de koop toe.”